Als ik terugdenk aan die tijd, vraag ik me vaak af: waarom in hemelsnaam ben ik ooit begonnen met roken? Ik weet het eigenlijk wel: ik was dertien jaar oud, in de laatste klas van de basisschool, en ik had net een jaar overgeslagen door een schoolwisseling. Dat maakte me in mijn ogen meteen een beetje speciaal. Zelfverzekerd (lees: overmoedig) en altijd op zoek naar een manier om indruk te maken op anderen. Ik wilde absoluut niet achterblijven, en wat was dan de beste manier om dat te doen? Roken natuurlijk! Want als ik dat deed, hoorde ik erbij – dat dacht ik tenminste.
Mijn vriendinnetjes waren ook niet zomaar leeftijdsgenoten. Nee, ik hing veelal rond met meiden van een jaar of vijftien. Want ja, die waren natuurlijk veel volwassener en stoerder dan ik. Het voelde als een soort upgrade van mijn sociale status. Vaak gingen we naar de ijsbaan – de plek waar je moest zijn als je wilde weten wat er gebeurde in het leven van de ‘coolere’ kids. En daar waren ze dan: de ijshockeyers. Die jongens waren voor mij de belichaming van stoerheid, zo indrukwekkend dat ik alles zou doen om in hun ogen ook maar iets van die indruk te maken.
En weet je wat? Die meiden rookten. Niet zomaar een sigaretje. Nee, het was altijd met zo’n attitude, alsof ze filmsterren uit de jaren ’50 waren. Een sigaret nonchalant tussen de vingers, een blik die zei “ik ben hier de baas”. Dat wilde ik ook. Die houding. Die uitstraling. Ik dacht dat dit de manier was om serieus genomen te worden door die oudere meiden en de stoere ijshockeyers. Roken was blijkbaar de sleutel tot mijn ‘volwassen’ wereld.
En toen kwam het moment. Mijn allereerste sigaret – of zoals we dat toen noemden: mijn eerste “hijsje”. Een vriendinnetje gaf me een sigaret, en ik nam een trekje. Direct voelde ik hoe mijn keel in brand stond, mijn ogen begonnen te tranen en ik kreeg bijna het idee dat ik stikte. Echt, het was verschrikkelijk! Maar natuurlijk zei ik niks. Ik moest er goed uitzien, erbij horen. Dus lachte ik stoer, alsof het me helemaal niets deed. En toen, in een poging mijn stoerheid te bewijzen, nam ik nog een trekje. Natuurlijk voelde ik me allesbehalve stoer, maar het ging allemaal om de schijn.
Roken was de norm. Het was iets wat iedereen deed. En ik wilde erbij horen, dus ging ik gewoon mee. Het klinkt achteraf zo ironisch – ik deed alsof ik volwassener was dan ik eigenlijk was, terwijl ik in werkelijkheid gewoon een puber was die de verkeerde dingen deed om indruk te maken. Wat had ik gewild dat ik toen al had geweten wat ik nu weet. Had ik toen maar bedacht: “Laat die sigaret maar zitten. Stoer ben je pas als je tegen de stroom in durft te gaan.” Maar dat was toen nog te ver van mijn belevingswereld.
Roken Stiekem Doen: De Strijd Thuis
Wat het allemaal extra ingewikkeld maakte, was mijn vader. Die was namelijk he-le-maal tegen roken. Dat was voor hem een grote no-go. Dus moest ik, toen ik eenmaal begon met roken, alles stiekem doen. En dat ging natuurlijk niet zonder problemen. Het was onmogelijk om de geur van sigaretten te verbergen, en zelfs al had ik altijd kauwgum of pepermuntjes bij me om mijn adem te maskeren, mijn mouwen van mijn jas verraden me altijd. Mijn vader merkte het dan ook meteen – het was niet te ontkennen. En ja, als ik betrapt werd, was de straf niet mals. Ik kreeg altijd een week huisarrest, en dat was voor mij het ergste wat er was. Want ik was helemaal niet graag thuis. Liever was ik op straat met mijn vriendinnen, uit de buurt van mijn ouders en van school.
De huisarrest-strijd was dan ook altijd hevig, want het betekende dat ik een hele week binnen moest blijven. Terwijl de rest van de wereld buiten verder ging, met vrienden die lekker buiten konden zijn, voelde ik me als een soort gevangene. Maar dat was het leven toen – ik was jong, en het was precies dat gevoel van vrijheid en rebellie die ik zocht. Roken was voor mij de manier om daar deel van uit te maken, ook al was het stiekem en absoluut niet goed voor me.
Stoppen met Roken: Wat ik Toen Had Willen Weten
Nu, jaren later, kijk ik terug en besef ik hoeveel impact die eerste sigaret op mijn leven heeft gehad. Roken werd een verslaving, en het was er altijd. Het heeft een flinke tijd geduurd voor ik daadwerkelijk gestopt ben. Als ik toen had geweten hoe zwaar het was om die gewoonte af te schudden, had ik het misschien helemaal anders aangepakt. Maar dat is vaak het geval, toch? Je leert pas achteraf hoe dingen echt werken, vooral als het gaat om gewoontes die je zo jong opneemt.
Stoppen met roken is niet eenvoudig, maar ik weet nu: het is het waard. Als je ooit twijfelt om te stoppen, denk dan aan je gezondheid, aan je toekomst, en aan alles wat je kunt winnen door het achter je te laten. Dat weet ik nu, maar helaas komt dat besef vaak te laat. Als ik toen al had geweten wat ik nu weet, had ik misschien die eerste sigaret nooit aangeraakt. Maar goed, ik ben blij dat ik nu rookvrij ben, al duurde het langer dan ik had gewild.
Conclusie: Stoppen met Roken is Een Keuze, Maar Die Eerste Sigaret Was Makkelijker
Roken begon als iets wat stoer leek, maar het had grote gevolgen. Nu, als ik terugkijk, weet ik dat stoppen met roken de beste keuze was, hoe moeilijk het ook was. En als jij overweegt om te stoppen met roken, weet dan dat het tijd en geduld kost, maar dat je het kunt doen. Er komt een moment waarop je echt begrijpt: de enige stoere keuze die je kunt maken, is om voor jezelf te kiezen en die sigaret voorgoed uit je leven te bannen.
Wil jij stoppen met roken? Dit helpt:
- Lees ook: Mijn ervaring met verslaving en hoe ik stopte (interne link)
- Ondersteuning nodig? Bekijk het stappenplan van de Rijksoverheid (externe link)
0 reacties